Je hebt besloten: je wil gitaar leren spelen. Dikke kans dat je net op een existentiële muur bent geknald en dacht: “Laat ik een instrument leren, dat is goedkoper dan therapie.” Begrijpelijk. Gitaar is één van de meest toegankelijke én tegelijk frustrerende dingen die je kan doen met je vingers (na IKEA-meubels monteren).
Maar voor je begint te tokkelen alsof je op een zomerfestival geboren bent, heb je een paar basics nodig. Geen zorgen: we hebben je checklist.
1. Een gitaar (ja, écht)
Klinkt dom. Is het ook. Maar je zou versteld staan hoeveel mensen op zoek gaan naar gitaarlessen zonder gitaar. Koop er eentje. Akoestisch of elektrisch — wat je wil (of lees deze blog als je twijfelt). Belangrijk is dat je hem graag vasthoudt, zoals een goeie vriend of een licht onbetrouwbare minnaar.
Budget?
Voor een degelijke beginnersgitaar: tussen €150 en €300. Tweedehands kopen is vaak een goed idee, op voorwaarde dat je er iets van weet. Laat je niet bedotten als een rookie en vraag advies van een gitaarspecialist. Ook toevallig: bij StudiOSB hebben we dat.
2. Een stemapparaat (want vals is zielig)
Jij kan misschien niet horen dat je gitaar vals klinkt, maar je buren wel. En die hebben ook gevoelens. Koop dus een clip-on tuner. Kost geen moer, bespaart drama. Sommige apps werken ook, maar een echt stemapparaatje is handiger. En sneller. En preciezer. Zoals je wil dat je lief is. Ben je écht een gierigaard kan je ook een online tuner gebruiken.
3. Een plectrum (je tokkelt als een pro)
Plectrums zijn klein, goedkoop en verdwijnen sneller dan je motivatie op maandag. Koop er meteen vijf. Of tien. Dun voor beginners (0.46 mm – 0.73 mm), tenzij je liever speelt met een boterhammes.
4. Een draagriem (voor als je rechtop wil rocken)
Niet verplicht, maar handig. Zeker als je elektrisch speelt of je graag wil oefenen voor je eerste kampvuuroptreden. Zorg dat hij verstelbaar is en niet aanvoelt alsof je een rugzak van beton draagt.
5. Een gitaarstandaard of muurbeugel (ja, dat is ook psychologie)
Als je je gitaar netjes in een koffer onder je bed legt, speel je nooit. Als hij in zicht staat, lonkt hij. En voor je het weet heb je twintig minuten gespeeld zonder erbij na te denken. Dat is dopamine-psychologie 101.
6. Een goeie set snaren (voor als je de fabrieksrommel zat bent)
Nieuwe snaren klinken beter. Zijn zachter voor je vingers. En maken het verschil tussen “ik weet niet of ik dit kan” en “hé, dat klinkt zowaar als muziek!”. Vraag je leraar of winkel om advies. Of stuur ons een bericht — wij praten graag over snaren.
7. Een lesgever (of: een mens die je redt van YouTube)
Tuurlijk, je kan zelf prutsen. Maar het is een beetje zoals leren zwemmen via Wikipedia. Een goeie gitaarleraar:
- herkent je fouten voor jij ze hoort
- houdt je gemotiveerd
- zorgt dat je sneller vooruitgaat
- én doet dat zonder te lachen met je barré-akkoord-poging (meestal)
Zeg, hebben we eigenlijk al gezegd dat je gitaarlessen kan volgen bij StudiOSB?
8. Een gezonde dosis geduld (en zelfrelativering)
Gitaar leren spelen doet pijn. In je vingers. In je trots. In je geloof dat je “een beetje muzikaal” was. Maar geef het een paar weken, en je hoort iets dat lijkt op muziek. En da’s magisch.
Checklist voor luie mensen (print dit uit, hang boven je bed):
- Akoestische of elektrische gitaar
- Clip-on stemapparaat
- Plectrums
- Draagriem
- Gitaarstandaard of muurbeugel
- Extra set snaren
- Gitaarleraar (zoals StudiOSB, hint hint)
- Geduld, koffie, en een beetje zelfliefde
Klaar? Mooi. Dan rest er nog maar één ding: beginnen. En blijven volhouden, ook al klinkt het eerste akkoord als een walvis in paniek.
Opnamestudio en Gitaarlessen Geraardsbergen 