Je hebt het gedaan. Je hebt een gitaar gekocht. Of gekregen. Of gestolen van een nonkel die ooit nog roadie was voor Clouseau. Je hebt een YouTube-video opgezet met een gast die eruitziet alsof hij zijn zolder nooit verlaten heeft, en je bent vertrokken. Dacht je.
Tot blijkt: gitaar leren spelen is minder “instant rockgod” en meer “vingers als gehaktballen op elastiek”. Geen zorgen. Iedereen maakt fouten in het begin. Maar jij hoeft ze niet allemaal te maken.
Hier zijn de vijf meest genadeloze blunders van beginnende gitaristen — én hoe je ze vriendelijk maar kordaat vermijdt.
1. Denken dat je geen les nodig hebt (want “alles staat toch op YouTube?”)
Ja, er staat alles op YouTube. Maar ook hoe je zelf je tanden trekt. Dat wil nog niet zeggen dat het slim is.
Wat er misloopt:
- Je leert slechte gewoontes aan die er moeilijk weer uitgaan.
- Je snapt wél hoe een akkoord eruitziet, maar niet hoe het moet klinken.
- Je verdwaalt in een moeras van tutorials met clickbait-titels (“Leer gitaar in 5 minuten!” Spoiler: nee).
Wat je beter doet: Neem in het begin begeleiding. Eén les per week kan al het verschil maken tussen frustratie en flow. En ja, bij StudiOSB weten we daar alles van (kuch).
2. Denken dat je meteen solo’s moet kunnen spelen
Je kent één akkoord (C-majeur, waarschijnlijk). En toch wil je meteen Sweet Child O’ Mine spelen. Herkenbaar. En hilarisch.
Wat er misloopt:
- Je raakt gefrustreerd omdat je vingers nog denken dat ze aan het strijken zijn.
- Je vergeet de basis en bouwt een huis zonder fundament.
- Je stopt voor je goed en wel begonnen bent.
Wat je beter doet: Start met simpele ritmes en akkoordwissels. Word eerst goed in het kleine. Solo’s komen later. Denk: eerst fietsen, dan wheelies.
3. Je gitaar verkeerd stemmen (of gewoon niet stemmen)
Als je denkt dat je vals speelt omdat je slecht bent, maar je gitaar is gewoon vals — dat is tragiek op Shakespeare-niveau.
Wat er misloopt:
- Je oor went aan foute klanken (en dat is moeilijk af te leren).
- Je raakt ontmoedigd zonder dat je weet waarom.
Wat je beter doet: Stem. Altijd. Voor je oefent, voor je optreedt, voor je je moeder laat horen wat je “geleerd hebt”. Gebruik een app of onze online tuner. Kost niks, spaart tranen.
4. Geen ritmegevoel trainen (je speelt, maar het swingt als een kapotte wasmachine)
Gitaar spelen is 80% timing, 10% gevoel, en 10% bluffen. Maar als je ritme nergens op slaat, dan klinkt zelfs het beste akkoord als een onhandige robot.
Wat er misloopt:
- Je speelt “op gevoel” zonder dat gevoel iets met ritme te maken heeft.
- Je valt stil bij elke akkoordwissel.
Wat je beter doet: Oefen met een metronoom. Of zoek naar een drumbeat online. Luister naar muziek, voel het ritme. En oefen traag. Traag is sexy.
5. Denken dat je talent moet hebben (en stoppen als het moeilijk wordt)
De grootste fout? Denken dat het aan jou ligt als het niet meteen lukt. Dat je “geen aanleg hebt”. Onzin. Gitaarspelen is geen genetische gave, het is oefenen. En volhouden.
Wat er misloopt:
- Je gooit de gitaar in de hoek bij de eerste barré-akkoord-poging.
- Je vergelijkt jezelf met mensen die al 10 jaar spelen.
- Je vergeet: iedereen begint beroerd.
Wat je beter doet: Geef jezelf tijd. Vier elke kleine overwinning. En weet: zelfs Clapton speelde ooit zó slecht dat zijn moeder vroeg of hij niet beter met voetbal begon.
Kortom: gitaar leren spelen is geen rechte lijn. Het is een chaotisch pad met valse noten, verkrampte vingers en herwonnen trots.
Maar als je deze vijf fouten vermijdt, ben je al halverwege. En als je een beetje hulp kan gebruiken (of gewoon een schop onder je muzikale kont), weet je waar wij zitten. StudiOSB. Geraardsbergen. Snaartastisch, al zeggen we het zelf.
Opnamestudio en Gitaarlessen Geraardsbergen 